Blog 6 Ervaringsdeskundigheid: Ervaringsdeskundigheid draag je samen
“De lege stoelen naast mij zeggen meer dan duizend woorden”.
Soms hoor ik zeggen dat ervaringsdeskundigen sneller zouden uitvallen, omdat we kwetsbaar zijn.
Maar eerlijk? Daar is geen bewijs voor.
Wat er wél speelt, is dat we in ons werk nog te vaak alleen komen te staan.
Zonder bedding, zonder sparring, zonder iemand die even naast ons zit als het zwaar wordt.
En precies dat willen we binnen het Toekomstscenario voorkomen —
door altijd met twee ervaringsdeskundigen binnen elke proeftuin te werken.
Zo is er altijd iemand die kan overstijgen, spiegelen en verbinden,
én iemand die dichtbij de gezinnen werkt.
We dragen samen de kracht van ervaringsdeskundigheid.
Nooit alleen.
Tijdens een overleg werd er gesproken over een moeder.
De woorden die ik hoorde: zorgmijdend, agressief, te brutaal.
En tussendoor dingen die weinig met de situatie te maken hadden, zoals: vroeger trok ze jongenskleding aan.
Nog voordat iemand met haar gesproken had, lag er al een verhaal.
Een verhaal dat zij zelf niet verteld had.
In dat overleg was het de overstijgende ervaringsdeskundige die het gesprek wist te kantelen.
Toen de opmerking viel over de jongenskleding en het oordeel voelbaar in de ruimte hing,
wees die op wat er gebeurde
op de stigmatisering die al vóór het contact met de moeder was ontstaan.
En die benoemde dat juist daar onze rol van betekenis kon zijn: dat ik, als ervaringsdeskundige binnen het gezin, kon helpen om drempels te verlagen en vertrouwen op te bouwen.
Toen keken ze naar mij.
Of ík misschien bij haar binnen kon komen, om te kijken hoe het écht ging.
Het voelde wat vreemd, maar ik besloot: ik ga gewoon luisteren.
We spraken drie uur.
En wat ik zag, was niet de vrouw die in dat overleg werd neergezet.
Ik zag een moeder die bang was verkeerd beoordeeld te worden.
Bang dat de hulpverlening vooral naar háár zou kijken en niet naar de hele situatie.
Ze wist dat er hulp nodig was,
maar had iemand nodig die naast haar ging zitten en haar hielp die eerste stap te zetten. Dat deed ik.
En tegelijk deed ik iets voor de hulpverlener:
ik haalde de spanning eraf, vertaalde wat ik hoorde,
en maakte ruimte zodat er weer contact kon ontstaan.
Ik legde de brug maar ik liep hem niet alleen over.
Het was juist de bedoeling dat de hulpverlener er weer bij kon komen.
En dat is precies wat wij als ervaringsdeskundigen doen.
We maken ruimte.
Voor het gezin én voor de professional.
Voor het verhaal én voor de samenwerking.
Soms zijn we de bruggenbouwer die een deur opent die dicht leek.
Soms de lotgenoot of het rolmodel, die herkenning en hoop brengt.
Soms de kritische vriend, die zacht maar duidelijk spiegelt.
En altijd de ruimte-maker, die lucht brengt in een situatie die vastzit.
Maar één ding mag nooit gebeuren: dat we er alleen voor komen te staan.
Want ook wij hebben bedding nodig.
We moeten samen kunnen werken, sparren en onze visie scherp houden.
Alleen dan kunnen we de kracht van ervaringsdeskundigheid goed neerzetten.
Zoals Wilma Boevink ooit zei:
“Ervaringsdeskundigheid is geen kwestie van kwetsbaarheid, maar van kracht die je samendraagt.”
En dat klopt.
Die kracht kun je niet in je eentje dragen.
Herstel vraagt om vertragen, overstijgen en vertrouwen.
Voor gezinnen, voor professionals én voor onszelf.
Dus de vraag is niet of ervaringsdeskundigen uitvallen.
De echte vraag is: hoe zorgen we dat we elkaar blijven vasthouden?
Dat niemand er alleen voor komt te staan.
Niet in het gezin, niet in het team, niet in het systeem.
Want de kracht van ervaringsdeskundigheid zit niet in één persoon,
maar in het samen dragen, samen leren en samen blijven staan.


