Blog 1: Ervaringsdeskundigheid en empowerment
Ervaringsdeskundigen hebben een belangrijke rol in het Toekomstscenario in Groningen. Er is al jarenlange ervaring met de inzet van ervaringsdeskundigen in complexe situaties, zowel uitvoering als beleid. Toch blijft het een continu zoeken naar de rol en positie van de ervaringsdeskundige én de hulpverleners ten opzichte van deze situaties. De centrale vraag die wij onszelf blijven stellen is hoe wij als ervaringsdeskundige, binnen de professionele kaders die er zijn (zie Generieke module ervaringsdeskundigheid), optimaal ruimte maken voor de emancipatoire (herstel)processen van de gezinnen.
Middels deze blog willen we onze reflecties en inzichten delen en daarmee bijdragen aan de bredere implementatie van ervaringsdeskundigen binnen het Toekomstscenario Jeugd- en Gezinsbescherming.

Emancipatoire processen
In de zorgstandaard voor de ervaringsdeskundigen staat dat zij werken vanuit 2 pijlers; methodische zelfhulp en emancipatie. In deze blog richten we ons op emancipatie. In een volgende blog komen we terug op de methodische zelfhulp.
Methodische zelfhulp gaat over het ruimte maken om het eigen welbevinden te onderzoeken en te ondersteunen. Een belangrijk onderdeel is om ruimte te maken voor de ontwikkeling van ervaringskennis. Dit kan ook leiden tot een beter inzicht in de zorgvraag.
Emancipatie is gericht op het creëren van ruimte voor onvoorwaardelijke acceptatie van jezelf en anderen, het tegengaan van machtsongelijkheid, uitsluiting en stigmatisering in zowel de zorg als de samenleving. Deze emancipatie of gelijkwaardigheid kan alleen ontstaan als er ruimte en aandacht is voor persoonlijke verbinding tussen cliënt, naasten en hulpverleners. Dit vraagt om een professionele nabijheid waarbinnen de professionele deskundigheid goed tot haar recht kan komen.
Ruimte, vrije ruimte
En dan terug naar die ruimte, die vrije ruimte voor de gezinnen. De ruimte om zelf vorm te geven aan je proces, om zelf betekenis te mogen geven aan wat er is gebeurd en op het moment gaande is. Wat voor jou en je geliefden bijdraagt aan een gezonde leefsituatie en wat niet. En misschien wel het belangrijkste, wie voor jou daaraan bijdraagt en wie niet. Niet te verwarren met een ruimte zonder kaders en wederkerigheid.
Dit gaat vaak vrijwel vanzelf wanneer er niet zoveel zorgen zijn en iemand zelf de regie heeft over zijn/haar leven. Tegelijkertijd komt deze ruimte snel onder druk te staan wanneer er wordt getwijfeld aan je vermogen om regie te voeren over je leven; of het je wel lukt om je eigen leven te leiden zonder te veel schade te brengen aan jezelf of anderen.
Maar wie bepaalt de ruimte voor regie, hoe verlopen deze beslissingen en wanneer? Hoe ondersteun je als hulpverlener deze ruimte en wanneer is er (ondanks alle goede bedoelingen) sprake van machtsongelijkheid, onderdrukking, uitsluiting en ongelijkwaardigheid, waardoor de samenwerking wordt gehinderd? Hierop is geen eenduidig antwoord, maar we zien het wel als een belangrijke taak om juist hierover in gesprek te gaan. Met de gezinnen, collega’s in de proeftuin, hulpverleners en anderen die werkzaam zijn in de kind- en gezinsbeschermingsketen en ervaringsdeskundigen in dit werkveld.
Is het je taak om een IKEA kastje in elkaar te zetten?
Binnen de proeftuin ontstond een gesprek of het wel klopte om als professional van het regionaal veiligheidsteam te helpen om een IKEA-kastje in elkaar te zetten. Al snel ging het gesprek erover dat dit dan misschien voor de ervaringsdeskundige wel kon, maar als andere discipline niet. Het gesprek ging al snel over taken, eigen verantwoordelijkheid en afhankelijkheid. Want tja, “je bent er niet om de klusjes over te nemen die iemand gewoon zelf zou moeten doen”. Of wanneer iemand dit echt niet zelf kan, het sociale team misschien wel een rol moet hebben”.
Ook de ervaringsdeskundige kwam wat klem in dit gesprek. Want natuurlijk wilde zij niet een rol innemen die niet klopt, om bijvoorbeeld als klusjesvrouw ingezet te worden. Toch voelde het wel goed om het kastje in elkaar te zetten. Was dit dan een voorbeeld van het “redderssyndroom ”? Dat het goed voelt om iets voor iemand te kunnen doen, maar dat dit misschien meer dienend is aan jezelf dan aan de ander?
In het team stagneerde het gesprek en bleef de specifieke rol van de ervaringsdeskundige ook onduidelijk. Reden om het gesprek verder te voeren met andere ervaringsdeskundigen. Hier werd al snel gevraagd welk doel dit diende, wat de reden van het gezinslid was om dit te vragen.
Het bleek dat het kastje stond voor orde, overzicht en structuur. Dat het idee was dat de administratie een goede plek kon krijgen en dat dit zou helpen om hier zelf mee uit de voeten te kunnen, De administratie ordenen lukte zelf wel was de verwachting, maar het kastje zelf stond al maanden in de doos. Het gezinslid had ervaringskennis, deze wist dat het hielp als er een klein beginnetje was. Dat het dan vaak lukte zelf weer veel op te pakken.
En daar kwam de taak van de ervaringsdeskundige boven drijven, ruimte maken voor ervaringskennis. Ruimte maken voor wat iemand eigenlijk zelf heel goed weet, wat wel werkt en wat niet. Dat we als professionals leren om daarbij aan te sluiten en daar ruimte voor te maken. Dit zodat iemand zijn eigen oplossingen bedenkt en uitvoert. Dat iemand eigenaar blijft van zijn eigen leven en eigen mogelijkheden. En als zoiets simpels als het in elkaar timmeren van een kastje daaraan bijdraagt… Waarom dan niet?!